Introductie

In de zomer van 2020 was ik bezig met het afronden van mijn masterscriptie voor de Research Master History – Politics, Culture and National Identities aan de Universiteit Leiden. Het einde van mijn studietijd naderde, en hoewel ik het schrijven van de scriptie op mijn kamertje van 10m2 op een gegeven moment wel zat was keek ik niet ontzettend uit naar het moment waarop ik aan de banenmarkt overgeleverd zou worden. Als student geschiedenis ben je sowieso the butt of the joke als het over werk vinden gaat, en de coronacrisis had dat alleen maar erger gemaakt.             

 Ik ging er vanuit dat het vinden van een baan niet makkelijk zou worden, en dat het vinden van mijn droombaan – een PhD-plek – al helemaal onmogelijk zou zijn. Ik had al op een paar functies gesolliciteerd toen iemand me wees op een vacature bij de Rijksuniversiteit Groningen: een promotieplek voor het schrijven van een biografie over de familie Scholten. Volledig gefinancierd voor vier jaar, plus een extra jaar voor het schrijven van een publieksboek. Extra focus op cultuurgeschiedenis en gender – onderwerpen die me na aan het hart gaan.

              Twee kleine hobbels in deze zaak: ik had nog nooit van de familie Scholten gehoord en Groningen was voor mij als iemand die haar hele leven in of rondom Leiden had gewoond ongeveer de andere kant van de wereld (randstedelijke arrogantie, waarvoor welgemeende excuses). Maar ja. Wel écht een droomfunctie – als ik er met mensen over sprak schrok ik van het enthousiasme dat ik over deze baan voelde. Ik zou het mezelf nooit vergeven als ik deze kans zou laten schieten, dus ik besloot te solliciteren. Als ik dat aan mensen vertelde kwam daar gelijk een dikke disclaimer bij: ‘denk niet dat het wat wordt hoor, de kans is zo klein!’ Maar ik werd het wel, en dus verhuisde ik eind september naar mijn nieuwe stad, waar niets boven gaat behalve een heleboel leeg land.

              Voor het schrijven van het onderzoeksvoorstel dat bij de sollicitatie aangeleverd moest worden had ik me natuurlijk al een klein beetje ingelezen over de Scholtens, maar echt veel wist ik nog niet van ze (wel had ik de aflevering van De IJzeren Eeuw over Willem Albert Scholten gezien, kijktip!). In gesprekken met de internetmonteur en mijn nieuwe huisarts, die nieuwsgierig waren naar wat mij naar Groningen had gebracht, merkte ik direct hoe bekend de naam Scholten nog altijd is in de stad. Deels heeft de naam een hele negatieve connotatie, en dat is niet geheel onterecht: in het Scholtenhuis aan de Grote Markt zijn tijdens de Duitse bezetting verschrikkelijke dingen gebeurd. Andere mensen associëren de naam met de W.A. Scholtenstraat, of met het monument van Jan Evert Scholten dat in het Stadspark staat (en dat afgelopen september nog werd beschadigd bij een auto-ongeluk).

            De verhalen die over de Scholtens verteld worden zijn vaak hetzelfde, en sowieso beperken ze zich vaak tot twee familieleden, namelijk stamvader Willem Albert en zijn enige zoon Jan Evert. Daar wil ik in opdracht van het Scholten-Kammingafonds met dit project verandering in brengen, want er zijn veel meer Scholtens en oneindig veel meer verhalen. Op deze blog zal ik die verhalen delen. Dat kan aan de hand van een bron zijn, maar ook aan de hand van een gebouw of een persoon. Ook zal ik reflecteren op wat het betekent om een familiebiografie te schrijven en jullie meenemen in het schrijfproces (mogelijk inclusief mental breakdowns). Veel leesplezier!

You Might Also Like

Leave a Reply

Back to top